Stichting Verzetsgroep de Liniecrossers
Correspondentieadres:
Brouwerijstraat 20
4845 CN Wagenberg
Lezing t.b.v. de Brabanse Heemdagen
Sinds de dood van mijn vader in 1973 was ik, samen met mijn moeder, die uitgenodigd werden tijdens reünies of andere belangrijke bijeenkomsten,
georganiseerd door hun Stichting Omzien en Gedenken. Gaandeweg ontstond een band. Hun idealen werden mijn idealen, hun woorden de mijne. Mijn respect en
belangstelling voor de Liniecrossers was niet meer weg te denken, tal van gesprekken en uitlatingen gedaan tijdens deze bijeenkomsten zijn mij bij gebleven,
helaas door omstandigheden nooit volledig aan papier toevertrouwd. Echter, ik werd gewonnen hun verhaal waar mogelijk, uit te dragen, geheel of gedeeltelijk.
Als wij over de Liniecrossers vertellen over wie hebben wij het dan, alsook
waarom en hoe deden zij alles om een militaire koerierslijn (over water) in
stand te houden.
Tot ongeveer half september 1944 vonden de koeriersdiensten door de
landelijk werkende Spionage en Inlichtingengroep Albrecht voornamelijk
over land plaats.
De koeriers deden hun werk per fiets, te voet, met de trein, liftend of hoe dan
ook. Veel informatie kwam op de plaats van bestemming via radio of
telefoon, maar kaarten, rapporten personen of medicijnen kunnen niet
anders worden overgebracht dan deze persoonlijk naar hun bestemming te
vervoeren.
Echter, de bewaking door de Duitsers werd steeds grimmiger en scherper. Zo
mocht door burgers geen gebruik meer worden gemaakt van de pont
Gorinchem-Sleeuwijk. Ook het bootje Hardinxveld -Werkendam werd uit de
vaart genomen. Ook het koerieren per trein werd onmogelijk gemaakt door
de algemene spoorwegstaking op 17 september 1944. Het onderscheppen
van de postzakken van de P.T.T. en zodoende de Albrechtpost deden geen
goed aan de zaak. Toen begin november 1944 de bevrijding van het zuiden
een feit was, werd de meer oostelijk gelegen berichtenlijn over land, verlegd
over water.
De grote rivieren werden frontlinie. De Liniecrosser deed zijn intrede en
werkte aan de instandhouding van de o zo belangrijke militaire koerierslijn.
Binnen korte tijd ontstonden twee routes, namelijk: Werkendam-Drimmelen,
een afstand van om en nabij 12 km. Vaak moest deze afstand gedeeltelijk te
voet, gedeeltelijk over water worden afgelegd. Deze activiteit kende tal van
spectaculaire en vooral mislukte pogingen.
16 januari 1945 werd de Biesbosch verboden gebied, waardoor het werk van
de Liniecrossers steeds gevaarlijker werd. Deze route werd door de
Liniecrossers benaamd als de Biesboschroute.
Eén van de twee crossroutes was de meer westelijk gelegen route
Sliedrecht-Lage Zwaluwe, enkele reis ongeveer 15 km. Ondanks de grotere
afstand over de vaak sterk stromende Nieuwe Merwede bleek deze toch de
meest betrouwbare.
Deze route, de Albrechtlijn genoemd, was het laatste deel van de Zwolle-
Rotterdam-Sliedrecht-Lage Zwaluwe-Eindhoven berichtenlijn.
Na het kapot maken van deze lijn door de Duitsers (half april 1945) moest
wederom gebruik gemaakt worden van de Biesboschroute.
Het gedenkboek genaamd ‘Albrecht meldt zich’ vermeld een totaal van ± 374
crossings tijdens de totale crossings periode van begin november 1944 tot
begin mei 1945. Het boek vermeldt voorts dat deze crossings door 21
medewerkers van de groep Albrecht werden uitgevoerd. Het genoemde boek
is kort na de oorlog 1940-1945 aan alle leden van de Spionage en
Inlichtingen groep Albrecht uitgereikt. Ook door mij is het gedenkboek
(destijds aan mijn vader overhandigd) vaak ter hand genomen en heeft de
door mij gestelde vragen naar wens beantwoord.
Om antwoord te geven op de vraag: wie voerde de crossings uit heb ik,
gedeeltelijk moeten putten uit eigen werk.
Waren het in de top van de organisatie meest academisch gevormde
personen die de strategie bepaalde, de leiding van de daadwerkelijke
crossings was in handen van mensen die hun sporen in de illegaliteit reeds
verdiend hadden. Deze mensen, crossmasters genaamd, werden door de top
van de groep Albrecht gevraagd. Zoals vele die in de illegaliteit werkte
leefde zij meerdere levens.
Zo was de contactman die vanuit Werkendam werkte in het alledaagse leven
als rijksambtenaar (commies) belast met de voedselvoorziening, als niemand
anders had hij toegang tot de Biesbosch. Na zijn gevangenneming door de
Duitsers werden zijn werkzaamheden door een oudere Albrechtman,
eveneens uit Werkendam voortgezet.
Vanuit Sliedrecht werd zeer succesvol gewerkt door een eenvoudige
handenarbeider, die over een geweldig organisatie vermogen beschikte. Deze
crossmaster fungeerde als centraal punt van alle crossings.
De Liniecrossers die zich ophielden in het reeds bevrijde zuiden konden
rekenen op de goede zorgen en gaven van een zeer toegewijde legerofficier.
Door zijn toedoen werden de Liniecrossers voorzien van militaire uniformen
zodat zij na aanhouding door de Duitsers dezelfde rechten zouden hebben
als elk ander militair.
Buiten het bepalen van wat en hoe vervoert moest worden en op welk
tijdstip, was soms ook het werven van crossers een deel van zijn taken,
voorwaar geen kleinigheid. Ook de thuisblijvers werden door de legerofficier
niet vergeten.
De oudere crossers werden evenals de crossmasters door de topmensen van
de groep gevraagd, vaak getipt door anderen.
Waar een Liniecrosser aan diende te voldoen is moeilijk te beschrijven. Wel
ben ik in bezit van een geschreven portret, wat ik hierbij nagenoeg letterlijk
weergeef.
De betreffende persoon is geboren in 1898, duidelijk een oudere crosser,
Deze persoon werd door de top van groep Albrecht gevraagd zich in te
zetten voor de goede zaak door middel van crossingswerk. Lage Zwaluwe-
Sliedrecht v.v.
Belangrijke zaken als zijn lidmaatschap bij de B.V.L. (Bijzondere Vrijwillige
Landstorm) werden evenals zijn werk bij de Landmeetkundige Dienst R.W.S.
belangrijk gevonden. Destijds was hij als hulp landmeter werkzaam in de
Biesbosch, als zodanig bezat hij een onmisbare kennis van het te bevaren
gebied. Ten slotte maar niet onbelangrijk was zijn durf, doortastendheid en
enigszins zijn belustheid op avontuur, alsook zijn vaderlandsliefde.
Met de jongere crossers was het anders gesteld, Zij hadden vaak geen enkele
staat van dienst maar beschikte over genoeg positiefs om zich als vrijwillig
medewerker te melden.
Indien mogelijk deden zij hun werk samen met een oudere levenswijzere
crosser.
De Liniecrossers, 21 in getal werkte onder de landelijk goed georganiseerde
‘Spionage en Inlichtingengroep Albrecht.H.G’
Allen werkte aan de instandhouding van de militaire koeriersweg, ook wel
Albrecht route genaamd. Nagenoeg alles wat uit bezet Nederland of West
Duitsland om reden van militair belang zoals agenten van Bureau
Inlichtingen, geallieerden piloten, documenten, wapens en medicijnen,
vonden hun bestemming via de Albrecht route.
De medewerkers van de groep Albrecht moesten zich aan een aantal regels
houden.
Het was ten strengste verboden wapens te dragen of hulp te bieden aan
onderduikers. Gebruik was om binnen de groep elkaar met de voornaam of
bijnaam aan te spreken. Om zo geruisloos mogelijk te opereren voeren de
Liniecrossers met kleine vaartuigen.
De 21 genoteerde Liniecrossers, allen met naam en toenaam bekend
kwamen uit : Sliedrecht (7 pers.) Werkendam (6 pers.) Hardinxveld (3 pers.)
Sleeuwijk (2 pers.) Dordrecht ( 1 pers.)
Waalwijk ( 1 pers.) Lage Zwaluwe ( 1 pers.)
Iedere crossing was een levensgevaarlijke onderneming. Er werd alleen
gecrosst tijdens maanloze nachten, de kans opgemerkt te worden door de
schietgrage vijanden was dan minder groot. Alle weersomstandigheden
werden vaak voor lief genomen. Ook de getijden werking speelde een
belangrijke rol.
De Liniecrossers zijn na de oorlog allen gedecoreerd met hoge militaire
dapperheids onderscheidingen
Door: M. Hoevenaar J.C. Zn.